Landbouw en biodiversiteit

De biodiversiteit in de akkerbouw is laag. De huidige monoculturen lijken meer en meer ecologische woestijnen te worden. De introductie van meer gewasdiversiteit binnen percelen kan een belangrijke bijdrage leveren aan de biodiversiteit en de duurzaamheid van de plantaardige productie. Dit hoeft niet ten koste te gaan van productiviteit, gewaskwaliteit of het inkomen van de boer.

Het huidige beeld van de akkerbouw in de westerse landbouw is die van grote velden met één gewas die jaarlijks (geploegd) worden. Voor de gewassen wordt ieder jaar een pionierssituatie gecreëerd, waarbij het gewas zo weinig mogelijk concurrentie ondervindt van niet-productieve biodiversiteit, zoals onkruiden. Deze monoculturen in de ruimte worden daarnaast zoveel mogelijk beschermd tegen belagers en concurrenten van het gewas door ze te doden met synthetische pesticiden. Bij teelt en oogst worden verder steeds grotere en zwaardere machines gebruikt die snel en met weinig arbeid het gewas kunnen verzorgen en oogsten. Dit productiesysteem heeft in de westerse landbouw voor een overvloed aan goedkoop voedsel gezorgd.

De doelstelling van ‘nooit meer honger’ van na de Tweede Wereldoorlog is gerealiseerd. De keerzijde van dit productiesysteem is echter ook steeds meer zichtbaar geworden. Teruggang van biodiversiteit, emissie en schade van meststoffen en bestrijdingsmiddelen in het milieu, een afnemende bodemkwaliteit en het opraken van grondstoffen. De redenen voor een lage biodiversiteit in de akkerbouw liggen in een versnippering en onvoldoende habitat, voedsel en schuilplaats voor veel soorten in het veld. Daarnaast worden veel planten en dieren in het veld gedood door de toepassing van pesticiden en intensieve grondbewerking.

Ook hebben de emissies van voedingsstoffen en pesticiden vanuit de landbouw negatieve effecten op de biodiversiteit in de ruimte buiten de landbouw. Weliswaar kan de inrichting aan de randen van de percelen nog een bijdrage leveren aan biodiversiteit, maar met een perceelgrootte van veelal vijf hectare of (veel) groter wordt slechts een relatief klein deel van deze potentie benut. Een belangrijke basis van de algemene biodiversiteit ligt binnen de percelen! Het gaat hier om de biodiversiteit die gevormd wordt door de micro-, meso- en macrofauna, van bacteriën tot insecten. Deze biodiversiteit, waarvan een enorme hoeveelheid in de percelen kan leven, vormt de basis van de gehele voedselpiramide. We weten eigenlijk al lang dat de toepassing van monoculturen niet tot een ecologisch optimaal productiesysteem leidt. Sterker nog, er is een goede wetenschappelijke onderbouwing voor de aanname dat productiesystemen met een hoge ruimtelijke gewasdiversiteit, een hogere productie halen, een lagere ziektedruk hebben, efficiënter omgaan met meststoffen en water en een hoge biodiversiteit op micro-, meso en macroniveau leveren.

Strokenteelt: een speciale en veelbelovende mengvorm
Bij strokenteelt worden, in tegenstelling tot monocultuur, op een perceel meerdere gewassen in stroken naast elkaar geteeld. De strookbreedte van een gewas kan hierbij aangepast worden aan de werkbreedte van de huidige machines, vaak eenheden van 1,5 meter. Goed functionerende strook-breedtes zijn bijvoorbeeld 3 of 6 meter.

De diversiteit aan gewassen gaat hiermee omhoog, wat bijdraagt aan een toename in onder- en bovengrondse diversiteit aan gewas-specifieke soorten. Doordat er afwisseling is in gewassoorten, kunnen ziekten en plagen zich bovendien minder snel verspreiden, waardoor er minder gewasbeschermende middelen nodig zijn.

Dit teeltsysteem combineert de voordelen van een relatief lage arbeidsinzet met een, op perceelsniveau, veel hogere gewas diversiteit. In feite gaat het hier nog steeds om monoculturen, maar deze zijn zeer lang en smal met veel grensvlakken tussen verschillende gewassen. Ook een minder intensieve grondbewerking kan gemakkelijk gecombineerd worden met de toepassing van strokenteelt. Ook blijkt dat achterwege laten van intensieve grondbewerking leidt tot een hogere biodiversiteit in en op de bodem.

“Stroken tot 6 meter trekken meer kruipende insecten en spinnen aan, en vliegende insecten als sluipwespen en zweefvliegen. Die combinatie werkt goed voor de bestrijding van plaaginsecten zoals rupsen en luizen.”
(Dirk van Apeldoorn, onderzoeker en docent Gewasdiversiteit)

Doordat bij strokenteelt meerdere gewassen tegelijkertijd geteeld worden, ontstaat bovendien een robuuster systeem voor de boer. Wanneer een gewas minder presteert, kan dit door andere gewassen gecompenseerd worden en is er dus minder risico op een slechte opbrengst. Afwisseling in stroken kan door middel van compleet verschillende gewassen, maar ook met verschillende variëteiten binnen gewassen, bloemstroken of groenbemesters. Goede combinaties van gewassen zijn bijvoorbeeld uien met wortelen en tarwe met erwten.

Gewasdiversiteit
De uitdaging is om op perceelsniveau de toepassing van meer gewasdiversiteit en minder intensieve grondbewerking te combineren. Dit moet ook praktisch uitvoerbaar gemaakt worden met behoud van inkomen voor de boer. Gewasdiversiteit kan toegepast worden in de tijd (vruchtwisseling) en in de ruimte. Gewasdiversiteit kan op verschillende schaalniveaus ingepast worden. Er kunnen bijvoorbeeld twee of meerdere gewassen volledig worden gemengd. Praktijktoepassingen hiervan zijn: mengsels van granen en vlinderbloemigen of mengsels van vele soorten in zogenaamde groenbemesters. Groenbemesters worden niet geoogst maar staan meestal in winterperiodes op het veld voor o.a. bodembescherming en bodemverbetering.

Gewassen kunnen verder per rij afgewisseld worden of in grotere oppervlakten. Ook kunnen éénjarige gewassen afgewisseld worden met houtige gewassen, de zogenaamde agroforestry. Allemaal mengvormen die in potentie ecologische voordelen bieden ten opzichte van monoculturen. Voor veel mengvormen geldt echter dat de huidige grootschalige mechanisatie hiervoor niet geschikt is. Hierdoor kosten deze mengvormen vaak nog te veel arbeid. Nieuwe vormen van mechanisatie moeten ontwikkeld worden om deze mengvormen arbeidstechnisch mogelijk te maken.

Bronnen:

Wageningen University & Research (WUR):

Biodiversiteit
Biodiversiteit op de akker door gewasdiversiteit
WUR geeft kringlooplandbouw handen en voeten op Boerderij van de toekomst
Strokenteelt
Experimenteren met robots in strokenteelt
Gewassen mengen werkt beter
Meer natuur op akkers door strokenteelt
Foodmakers.:

Strokenteelt van ERF in Foodmakers (zichtbaar op facebook; ook uitgezonden op RTL4 op 3 augustus 2017)

 

gerelateerde artikelen

Katoen

Bij de productie van katoen is het gebruik van pesticiden en de grote hoeveelheden benodigd water een groot probleem. Katoen is een dorstig gewas. Daardoor…