Zijde-Introductie

Vier tot vijf duizend jaar v. Chr. werd in China al zijde gesponnen en verweven tot kleding en stoffen. China was lange tijd het enige land ter wereld dat het geheim van de zijdeproductie kende en verdedigde dit monopolie met man en macht.

Pas in de zesde eeuw begon de zijdeteelt zich ook buiten China te ontwikkelen in landen als Japan en India, en via Byzantium (het huidige Istanbul) tevens in het Middellandse Zeegebied.

Productie van zijde
De productie van zijde draait eigenlijk maar om twee basiselementen: de zijderups en de blaadjes van de Moerbeiboom. Zijderupsen voeden zich met de blaadjes van de moerbeiboom. De bodemgesteldheid speelt een belangrijke rol in de uiteindelijke kwaliteit van het product. De kwaliteit (kleur en dikte) van de zijdegaren wordt bepaald door de weersomstandigheden. Hete, vochtige lucht resulteert in een slechtere kwaliteit en droge, minder warme, lucht staat garant voor goede zijde. Bij grootschalige productie is geen sprake van het gebruik van kunstmest, landbouwbestrijdingsmiddelen en –pesticiden (voor de moerbeibomen).

Diervriendelijk?
De verpopte rupsen worden gedood door middel van hete dampen of ondergedompeld in kokend water om te voorkomen dat bij het ontpoppen de draden breken. Hierdoor wordt de lijmstof, die de rupsen aanmaken wanneer ze zich inspinnen, losgeweekt zodat de draad ook makkelijk kan worden afgewikkeld. De pop wordt hierbij uiteraard gedood. Maar het is niet nodig bij wilde zijde, waar de cocon pas wordt gebruikt als de vlinder is uitgevlogen. Kleding van wilde zijde, met eventueel een niet-milieubelastende veredeling, kan in principe biologisch zijn.

Zijde- achtergrondinformatie
Zijde is een natuurlijke eiwitsubstantie die wordt afgescheiden door bepaalde insecten en stolt bij contact met de lucht. Het meest bekend voor haar productie is de zijderups, die behoort tot de orde van de schubvleugeligen. Maar er zijn ook bepaalde spinnen die geschikt zijn voor zijdeteelt. Rupsen gebruiken zijde voor hun cocon en spinnen voor hun web. Spinnenzijde wordt echter zeer weinig gebruikt in de textielindustrie en blijft daarom hier onbesproken.

Chemisch gezien lijkt zijde sterk op wol. Maar zijdedraad is veel fijner en gladder. De rups spint een cocon om daarin in alle rust vlinder te worden. Maar een gekweekte rups zal geen vlinder worden omdat die voortijdig wordt gedood zodat de mens de cocon zonder onderbrekingen kan afwikkelen en de draad kan gebruiken. Bij wilde zijde daarentegen worden de cocons van uitgevlogen vlinders gebruikt als grondstof. Dit is de meest milieu- én diervriendelijke zijde.

Eigenschappen
Chemisch gezien lijkt zijde sterk op wol. Beide bestaan hoofdzakelijk uit eiwitten, maar in tegenstelling tot wol zijn zijdegaren glad (het heeft geen kroezing) en hebben ze geen geschubde structuur, waardoor het fraai glanst. Het zijdedraad is het fijnste van alle natuurlijke vezels.

Zijde beschikt over een groot aantal gebruiksvriendelijke eigenschappen en leent zich voor diverse toepassingen. Behalve voor kleding wordt het dan ook voor tal van andere doeleinden gebruikt. Denk hierbij aan beddengoed, woontextiel, vulling voor dekbedden etc.

Zijde is zowel sterk als elastisch. Je kunt een draad wel met een vijfde van de oorspronkelijke lengte uitrekken voor het breekt. Zijde laadt zich nauwelijks statisch op en schijnt, volgens antroposofische inzichten, een beschermende werking te bezitten tegen aardstralen. Zijde, en met name wildzijde, kan veel vocht opnemen (tot 40%) zonder dat de stof vochtig aanvoelt. Het beschikt tevens over iso-thermische eigenschappen waardoor het bij warm weer koel aanvoelt en bij koud weer juist behaaglijk warm. Zijde is daarom populair als basismateriaal voor sport- en vrijetijdskleding. Verder is zijde weinig gevoelig voor schimmels en motten. Een nadeel van deze stof is dat het bij hoge temperaturen en onder invloed van zonlicht snel verkleurd.

Er worden verschillende soorten zijde verhandeld. De Bombyx Mori rups wordt het meeste gebruikt omdat ze een cocon spint van een extra lange draad. Haspelzijde wordt gemaakt van de lange draden uit het middelste gedeelte van de cocon van de Bombyx Mori rups. De totale lengte van de draad kan variëren van 2500 tot 3500 meter. Alleen de middelste draad van zo’n 1000 tot 1500 meter, kan in een lengte van de cocon worden afgewikkeld. Van de kortere draden uit het binnenste en buitenste gedeelte van de cocon wordt de zogenaamde Chappezijde gemaakt. Bourettezijde wordt gemaakt van de afvalresten van de cocon. Deze zijde glanst nauwelijks.

Voordat de zijde wordt geweven, wordt eerst de lijmstof uit de zijde gekookt. Dit proces wordt ontbasten genoemd. Het gewicht van de zijde neemt hierdoor sterk af. Om dit effect tegen te gaan wordt de zijde soms verzwaard. Deze zijde, ook wel organsozijde genoemd, voelt veel harder aan. Verder is er ‘ ruwe zijde’, die meestal wel is geverfd maar niet is gekookt. Er bestaat diervriendelijke wilde zijde ofwel Tussahzijde, afkomstig van cocons van wilde zijderupsen die reeds als vlinder zijn uitgevlogen. Tussahzijde is doffer dan natuurzijde en laat zich minder gemakkelijk verven.

De cocons van de uitgevlogen vlinders worden in het wild verzameld. De cocon oogt rommelig en bestaat uit korte draden. Het valt dan ook niet op dat de cocon is gebroken. Bij de andere zijdesoorten worden de verpopte rupsen gedood door middel van hete dampen of ondergedompeld in kokend water om te voorkomen dat bij het ontpoppen de draden breken. Hierdoor wordt de lijmstof die de rupsen aanmaken wanneer ze zich inspinnen losgeweekt. De pop wordt hierbij uiteraard gedood.
Ondernemers in de Verenigde Staten hebben in de jaren tachtig een nieuwe verwerkingstechniek voor zijde ontwikkeld, de zogenaamde ‘sand-washed’ zijde. Deze heeft als voordeel dat het minder krimp en kreukt en zodoende machinewasbaar is. Het wordt vooral gebruikt in sport- en vrijetijdskleding. In meubelstoffen wordt zijde vanwege de dunne vezel vrijwel altijd gemengd met andere garens om te kunnen voldoen aan de zware eisen die consumenten aan hun zitmeubel stellen.

Geschiedenis: zijdeteelt lang een geheim
Vier tot vijf duizend jaar v. Chr. werd in China al zijde gesponnen en verweven tot kleding en stoffen. China was lange tijd het enige land ter wereld dat het geheim van de zijdeproductie kende en verdedigde dit monopolie met man en macht. Op smokkel van eitjes van zijderupsen en moerbeiboomblaadjes stond de doodstraf! De zijdeteelt was immers een zeer lucratieve handel voor de Chinezen. In de Romeinse tijd was zijde letterlijk haar gewicht in goud waard. Het kostbare zijde werd eerst over land, en later over zee geëxporteerd over bepaalde trajecten die in de 19e eeuw de zijderoute zou gaan heten.

Pas in de zesde eeuw begon de zijdeteelt zich ook buiten China te ontwikkelen in landen als Japan en India, en via Byzantium (het huidige Istanbul) tevens in het Middellandse Zeegebied. In de 17e eeuw werden pogingen ondernomen om ook in West-Europa teelt en productie van zijde te introduceren. Ook in Nederland (Zeeland) werd in een aantal kloosters met zijdeteelt geëxperimenteerd. Deze pogingen mislukten doorgaans vanwege de grote kwetsbaarheid van zowel de zijderups als de moerbeiboom. Toch vindt op sommige plekken in Nederland nog steeds zeer kleinschalige productie van zijde plaats.

Productie
De zijdevlinder legt aan het begin van de zomer zo’n 500 eitjes. Zijderupsen voeden zich met de blaadjes van de moerbeiboom. Binnen drie tot vier weken vormen de larven (inmiddels rupsen) een cocon. Deze cocon dient als bescherming tegen vochtige hitte, zware regen en felle zon tijdens de gedaantewisseling van rups naar vlinder. Want de omzetting kan alleen slagen bij een gelijkmatige temperatuur en vochtigheid. De cocon bestaat uit 2 zijden filamenten die ze wel 100.000 keer om zich heen spinnen. Het spinsel waarin de rups haar gedaantewisseling ondergaat naar vlinder, komt als een kleverige stof uit het lichaam van de rups en wordt snel hard bij aanraking van lucht. Na grofweg 4 dagen is de cocon klaar. Voor die tijd hebben de rupsen zichzelf tot 8000 keer hun aanvankelijke grootte gegeten.

De meest gebruikte kweekrups, de Bombyx Mori, geeft kwalitatief de beste zijde. Deze zijde wordt verkocht onder de handelsnaam ‘ natuurzijde’. De teelt hiervan gebeurt vandaag de dag echter meestal onder gecontroleerde omstandigheden, zoals klimaatbeheersing en soms het toedienen van kunstmatig voedsel. Dit voedsel bestaat uit een mengsel van meel, suiker, vet en plantaardig materiaal. Tegenwoordig lukt het de kweekindustrie om meerdere broedsels per jaar te kweken, tot zo’n acht oogsten per jaar.

De productie van zijde draait dus eigenlijk maar om twee basiselementen: de zijderups en de blaadjes van de Moerbeiboom. De bodemgesteldheid speelt een belangrijke rol in de uiteindelijke kwaliteit van het product. De kwaliteit (kleur en dikte) van de zijdegaren wordt bepaald door de weersomstandigheden. Hete, vochtige lucht resulteert in een slechtere kwaliteit en droge, minder warme, lucht staat garant voor goede zijde.

Zijde heeft altijd een chique imago gehad en werd vanwege de hoge prijs tot voor kort alleen door mensen uit rijkere kringen gedragen. Massaproductie in lage-lonenlanden heeft echter voor een ommekeer gezorgd tot een toenemend aanbod van goedkope zijden confectiekleding. Nieuwe verwerkingstechnieken hebben bovendien het onderhoud van zijden kleding vergemakkelijkt en de kleding zo voor meer mensen aantrekkelijk gemaakt.
In vergelijking met andere grondstoffen voor kleding en textiel neemt zijde een zeer bescheiden plaats in binnen de wereldhandel. Slechts 0,2% van de wereldproductie in textielvezels bestaat uit zijde. De totale productie van zijde bedraagt jaarlijks ongeveer 100.000 ton per jaar. Nederland importeert jaarlijks ongeveer 89 ton zijden stoffen.

China is met een productie van 72.000 ton ruwe zijde per jaar wereldwijd een koploper. In 2002 werd in totaal 134 ton per jaar geproduceerd en dit is stijgende. Andere zijdeproducerende landen als India, Japan, de voormalige Sovjet Unie en Brazilië komen er ver achteraan. In Italië, Spanje, Frankrijk en Zwitserland wordt ook nog steeds, in nóg mindere mate, zijde geproduceerd. Japan had ooit een grote rol in de wereldzijdeproductie, maar industrialisering deed in korte tijd de lonen aanzienlijk stijgen wat zijdeteelt onrendabel maakte en de ondergang van de zijdeproductie betekende.

In China wordt zijde grotendeels in eigen land tot kleding verwerkt. Dit is het gevolg van het proces van economische liberalisering dat begin jaren tachtig werd ingezet, en van de ontwikkeling van een exportindustrie. China richt zich met name op de Amerikaanse markt. De opkomst van goedkope zijden kleding uit lage-lonenlanden en de vermindering van het aanbod van ruwe zijde hebben de inkomsten van Europese producenten van zijden kleding flink naar beneden gebracht. In 1994 werden om die reden door de EU protectiemaatregelen genomen. Dit betekende dat voor import van zijden kleding uit landen buiten Europa quotaregelingen gelden in het kader van het Multi Vezel Akkoord. Het Multi Vezel Akkoord is per 1 januari 2005 opgeheven en de import vanuit China neemt waarschijnlijk steeds meer toe.

Milieu- en diervriendelijkheid
Zijde als grondstof voor kleding is in principe een bijzonder milieuvriendelijk product. Bij grootschalige productie is geen sprake van het gebruik van kunstmest, landbouwbestrijdingsmiddelen en –pesticiden (voor de moerbeibomen). Vroeger werd zijde na het ontbasten, waarbij de lijmstof uit de zijde wordt gekookt, vaak verzwaard met giftige zware metalen als tintzouten. Tegenwoordig is dat niet meer toegestaan en zijn er controles op dergelijke praktijken om fraude tegen te gaan. Helaas kunnen de tal van veredelingstechnieken voor zijden kleding, zoals bleken, verven, en verzwaren, het milieu wel degelijk schaden.

Diervriendelijk is de teelt van zijde niet als je het doden van insecten als dieronvriendelijk beschouwd. De verpopte rupsen worden gedood door middel van hete dampen of ondergedompeld in kokend water om te voorkomen dat bij het ontpoppen de draden breken. Hierdoor wordt de lijmstof, die de rupsen aanmaken wanneer ze zich inspinnen, losgeweekt zodat de draad ook makkelijk kan worden afgewikkeld. De pop wordt hierbij uiteraard gedood. Maar het is niet nodig bij wilde zijde, waar de cocon pas wordt gebruikt als de vlinder is uitgevlogen. Kleding van wilde zijde, met eventueel een niet-milieubelastende veredeling, kan in principe biologisch zijn.

Wilt u weten wat andere schrijven over Zijde? Klik dan op een van de namen hieronder:

Coconelle
VOC kenniscentrum
Zijde

 

gerelateerde artikelen

Katoen

Bij de productie van katoen is het gebruik van pesticiden en de grote hoeveelheden benodigd water een groot probleem. Katoen is een dorstig gewas. Daardoor…

Verpakking

Iedere Nederlander opent per dag gemiddeld zeven verpakkingen. Dit leidt tot een behoorlijke berg afval, die getransporteerd, geproduceerd en verwerkt moet worden, het liefst zonder…

Synthetisch

Synthetische textiel wordt in tegenstelling tot natuurlijk textiel veelal beschouwd als milieubelastend. Dat is vaak ook het geval. Het blijft een gegeven dat de productie…